Visie

Remi Vlerick Sinds ik als jongvolwassene met mijn grootvader Remi Vlerick mijn eerste veulentje fokte, is er zoveel veranderd in de wereld van de fokkerij dat het geen vergelijk meer heeft met nu. Niet enkel in de paardenwereld in het algemeen, maar ook in mijn persoonlijke beleving van het paardenfokken kwam deze verandering tot uiting. Een hobby ontwikkelde zich doorheen periodes van meer en minder fokken – maar almaar toenemende passie – tot er beroepsmatig op een professionele manier mee bezig zijn. Ook mijn visie op hoe het fokken het best kan aangepakt worden evolueerde zo tot wat het op dit moment is.

De eerste doelstelling was en is uiteraard om een goed veulen te fokken, maar dat is niet waar het fokproces van start gaat. Het begint reeds jaren eerder bij het je verdiepen in de vele merrielijnen om daarin een weloverwogen keuze qua fokmerrie te maken. Elke familie en zelfs elke generatie – de derde generatie speelt volgens mij namelijk een cruciale rol – heeft haar kwaliteiten en haar gebreken waar je moet zien achter te komen, maar ook elke merrie individueel heeft haar plus- en minpunten. Om deze te achterhalen ben je genoodzaakt enkele keren met je gekozen merrie te fokken, want pas na drie of vier veulens kan je merken dat je paard te weinig door vererft, of dat je jaren geleden toch een degelijke keuze gemaakt hebt waar je mee verder kan.

Luc Vermeersch Heb je dan uiteindelijk een geschikte merrie waarbij je overtuigd bent van haar gaven en deze – evenals haar tekortkomingen – goed kent, is het tijd om een hengst te kiezen om deze respectievelijk in de verf te zetten of te compenseren. Kies je hierbij voor een gevestigde waarde, of zelfs een ambassadeur van de springsport, dan hebben collega’s al veel werk voor jou gedaan en kan je je op hun ervaringen baseren om na te gaan hoe een hengst fokt. Bij een jonge, talentvolle hengst ben je daarentegen bij gebrek aan een groot aanbod van zijn fokproducten beperkt tot zijn genetische afkomst en hoe hij op dat moment springt, om in te schatten hoe hij kan vererven.

Of deze inschatting de juiste blijkt te zijn kan je opnieuw enkel proefondervindelijk nagaan door er daadwerkelijk mee te fokken. In het begin van een veulens leven heeft de manier van vererven weinig met springen te maken want dit kan je pas later in het vrijspringen nagaan. Het draait op dat moment bijvoorbeeld om hoe de hengst strooit; het vergroten of verkleinen van hoe de moeder fokt, en of dit inderdaad de juiste combinatie blijkt te zijn voor je merrie.

Jens Vermeersch Wanneer je dan kan gaan wegdromen bij het zien van al het potentieel dat in de weide rond rent, volgt de volgende stap; je jonge paard de juiste opfok bieden en het in elke fase van zijn prille leven de gepersonaliseerde opleiding bezorgen waarmee die veelbelovende vooruitzichten ook kunnen waargemaakt worden. Hiermee volgt na het fokken de drukke periode van het opfokken waarbij ik gelukkig sinds enkele jaren de steun krijg van mijn zoon Jens die mijn microbe en mijn liefde voor de paarden heeft overgenomen.

Hoewel er uiteraard een portie geluk mee gemoeid is omdat genen zich soms raar kunnen uiten, is er kortom heel weinig gokken aan fokken. Fokproducten zijn bijlange geen toevalstreffers: getalenteerde springveulens zijn het resultaat van jarenlang hard en beredeneerd werken. Met vallen en opstaan, maar tegelijkertijd telkens weer met zoveel passie en gedrevenheid dat mijn paardenfokkerij tot een levenswerk is uitgegroeid waar ik bijzonder trots op ben.

Luc Vermeersch